zaterdag 27 april 2013




De bloemen waar ik vanuit mijn therapiestoel op kijk
zijn vandaag zo lente dat ik ze ook maar even
op mijn blog zet. 


Vaardigheden leren of innerlijke groei?



In mijn praktijk komt het nogal eens voor dat cliënten willen werken aan gevoelens van angst of onzekerheid in sociale situaties. In veel gevallen is men al eerder in therapie of coaching geweest, of heeft men cursussen gedaan of zelfhulpboeken gelezen.

Als ik dan doorvraag hoe dat geholpen heeft, dan blijkt vaak dat er veel is ingezet op het leren van vaardigheden. Bijvoorbeeld zoals je dat leert in een assertiviteitscursus of sociale vaardigheidstraining. 

Je leert dan bijvoorbeeld hoe je contact kunt maken, hoe je je mening kunt geven. Of men heeft in individuele therapie of coaching geleerd om negatieve gedachten om te buigen tot meer positieve gedachten waardoor dit als een steuntje in de rug kan voelen…

Maar… als je bijvoorbeeld alle vaardigheden aanleert die er zijn met betrekking tot assertiviteit, en je blijft je diep van binnen, onbewust, wat onzeker voelen. Dan word je niet ècht assertief, niet ècht sociaal vaardig, maar een beetje bits, hard, zuur, kortom een wat vervelend type. In het contact zit er dan geen echte rust, zekerheid, geen ècht goed gevoel achter je vaardigheden. 

Ik vergelijk dat vaak met een brug bouwen of een touw spannen tussen twee bergen. Je kunt leren dat te doen, en er overheen lopen, maar zolang het alleen vaardigheden zijn voel je diep van binnen dat de angst, onzekerheid, twijfel achterliggend nog aanwezig zijn. Je gaat dus heel krampachtig lopen - je vasthouden aan je geleerde vaardigheden, terwijl je je nog steeds diep van binnen niet goed en rustig voelt - of je gaat bij een tegenslag direct weer onderuit.

Dat is heel frustrerend en je vraagt je dan af: "Waarom lukt het mij nou niet om dat te doen, terwijl ik het toch geleerd heb… en terwijl andere mensen met dezelfde vaardigheden en technieken het wel kunnen?" "Waarom lukt het nou niet om echt te bouwen en vooruit te komen..?"

Vaardigheden hebben vooral nut als je eerst werkt aan je achterliggende persoonlijke ontwikkeling. Aan het dieperliggende onderbewuste proces, aan je innerlijk gevoel van zekerheid, zelfbewustheid, vertrouwen, innerlijke rust etcetera. 

Vaardigheden, cursussen en coaching zijn als 'bouwen'. En je kunt pas bouwen als de grond waarop je bouwt klaar, voorbereid en stabiel is.

Zo'n innerlijke ontwikkeling, waar we in hypnotherapie aan werken, is in deze vergelijking als het dichten van de kloof tussen die twee bergen, waardoor de overtocht geen spannende onderneming wordt op basis van vaardigheden, maar waardoor je stabiel, creatief en zeker van de ene naar de andere kant kunt gaan.

Daarom is het verstandig om eerst in therapie te gaan en te werken aan je onbewuste achterliggende gevoelens, en pas dan in therapie of coaching of met behulp van zelfhulpmateriaal vaardigheden aan te leren. Zodat je niet bouwt op drijfzand, maar je je stabiel verder kunt ontwikkelen.





vrijdag 26 april 2013







Roken en het effect van een retorische vraag.



Nieuw onderzoek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen toont iets aan wat we eigenlijk allemaal wel weten, en waar we in therapie veel gebruik van maken... maar het helpt wellicht om hier bewuster van te zijn in het dagelijks leven:

De onderzoekers, die de aandacht richten op rookgedrag (maar de conclusies gelden voor veel vormen van gedrag) concluderen dat als je rokers het gezondheidsrisico van hun sigaret wilt laten inzien dat je dan beter een retorische vraag op het sigarettenpakje kunt zetten dan een medisch feit.

De teksten als ‘Rokers sterven jonger’ of ‘Roken is dodelijk’ of foto’s van zwartgeteerde longen en zieke mensen, zoals ik deze laatst in Thailand op pakjes sigaretten zag, verliezen al heel snel hun effect.

In veel gevallen wordt er zelfs afweer getriggerd: het roept innerlijk commentaar op als ‘Ik rook niet over mijn longen...’, ‘mijn opa is 94 geworden en rookte elke dag’ etcetera.

Een vraag, daarentegen, heeft de neiging om aan te zetten tot onbewust doorzoeken. Ons onderbewuste heeft namelijk de automatische neiging om met iedere vraag en iedere onduidelijkheid aan de slag te gaan. Automatisch gaan we een antwoord zoeken naar bijvoorbeeld de vraag: “Welke consequenties heeft dit voor je longen?”

Dat zoeken doen we in een onbewust proces en daar ligt nu juist het nut van retorische vragen op bijvoorbeeld een pakje sigaretten: in een innerlijk zoekproces wordt onbewust een vraag beantwoord. 

De kans dat hier een effect vanuit gaat, is veel groter, omdat het antwoord uit de persoon zelf komt. De roker biedt geen weerstand aan al die belerende teksten, maar komt zelf diep van binnen tot een antwoord. Daarmee is er als het ware een zaadje geplant waarin de roker zelf iets bedenkt als reactie op een eerder gelezen vraag.

In het onderzoek werden rokers met diverse pakjes sigaretten geconfronteerd. En het bleek dat de rokers van pakjes met een retorische vraag een tijdje later hun gezondheidsrisico’s door het roken ernstiger inschatten dan de rokers die pakjes sigaretten rookten met teksten of plaatjes.







zaterdag 20 april 2013

Depressie is besmettelijk



Nieuw onderzoek van de University of Notre Dame, gepubliceerd in Clinical Psychological Science, toont aan dat de manier van denken en doen die depressieve mensen depressief maakt besmettelijk is voor anderen.

In het onderzoek kregen 103 studenten een kamergenoot toegewezen. Na één, drie en zes maanden werden de studenten onderzocht op hun cognitieve kwetsbaarheid en depressieve symptomen.

Uit het onderzoek bleek dat studenten die een kamergenoot met een hoge mate van cognitieve kwetsbaarheid hadden, deze cognitieve kwetsbaarheden overnamen.  

De studenten die met meer depressieve studenten samen waren kregen vaker last van depressieve symptomen.

In de dagelijkse praktijk zie ik dat het leren van bepaalde vaardigheden, zowel bewust als onbewust, er toe bijdraagt dat mensen - zelfs met een aanleg voor depressies - minder of geen last hebben van depressieve stemmingen. Ze leren in therapie ‘zelfsturing’ om hun oude depressieve gewoonten te doorbreken. 

De titel van het onderzoek doet me denken aan de titel van een goed boek over depressie, namelijk ‘Depression is Contagious’ van een van ‘s werelds grootste autoriteiten op het gebied van depressie en hypnotherapeut Michael Yapko.

Ik raad het boek regelmatig aan als ik werk met depressieve cliënten. Het is een praktisch zelfhulpboek, evenals zijn andere boek ‘Breaking the Patterns of Depression’. 





donderdag 18 april 2013

Behandeling van angst en fobie



Als ik kritisch kijk naar wat er zo allemaal beschikbaar is op het gebied van angst- en fobiebehandeling dan valt me op dat er vaak gesproken wordt over ‘leren omgaan met je fobie’ of ‘inzicht krijgen in je angst’ of ‘leven met een paniekstoornis’.

Alleen deze korte omschrijvingen maken al duidelijk dat je in dat traject verkeerd bezig bent. 

Het gaat er niet om dat je ‘leert omgaan met...’, het gaat er om dat je je angst bij de oorsprong aanpakt en dat je angst verdwijnt. 

Een fobie en angst is als een recept dat je razendsnel in jezelf doorloopt. Sommige ingrediënten zijn bewust, maar veel ingrediënten zijn onbewust. 

Je weet vaak zelf niet precies hoe je onbewust, in je gevoel, je angst maakt of oproept.

Je doet iets waar je geen grip op hebt, maar de essentie is dat je het zelf doet. Een deeltje bewust en een groot deel onbewust.

Waar het op aankomt is dat je dat onbewuste gedrag verandert, zodat je automatisch een ander recept afwerkt en je niet telkens opnieuw onbedoeld uitkomt in je fobie of angst.

Het lijkt heel simpel, en in essentie is dat het ook. Dus geen ‘omgang met’, maar ‘veranderen van dat mechanisme’, dat is waar het om gaat.










woensdag 17 april 2013











Vermijd rood vlees


Recent Amerikaans wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de stof carnitine die in rood vlees zit een aanzienlijk verhoogde kans geeft op hart- en vaatziekten.

De stof carnitine wordt in de darmen omgezet tot TMAO, en deze stof zorgt ervoor dat de aderen hard worden en verkalken.

Eerdere onderzoeken hebben al aangetoond dat rood vlees, zoals varkensvlees, rundvlees of schapenvlees, slecht is voor het hart in verband met de grote hoeveelheid verzadigd vet en cholesterol en dat het tevens het risico op kanker vergroot.