Het huidige handboek voor classificatie van stoornissen de DSM-IV is ook in Nederland de ‘GGZ bijbel’, gebruikt door psychiaters, (klinisch) psychologen en psychotherapeuten om een diagnose van een patient op te stellen. Sinds de invoering van de DBC (Diagnose Behandeling Combinatie) is het stellen van een classificatie op basis van de DSM-IV noodzakelijk om inning van consulten bij de ziektekostenverzekeraar mogelijk te maken.
Veel psychiaters en vrijgevestigde psychotherapeuten vinden de DBC vreselijk vanwege de administratieve rondslomp, privacyproblemen van patienten en vooral ook om het feit dat het stellen van een snelle diagnose vaak niet haalbaar is, maar toch verplicht met oog op vergoeding.
Naar verwachting in 2013 wordt de DSM-IV vervangen door de DSM-V. De Britse beroepsvereniging van psychologen (BPS), schreef onlangs een opmerkelijke brief met veel kritiek over de nieuwe DSM-V in wording aan de American Psychiatric Association (APA), die vanaf 1952 de DSM-versies heeft opgesteld en uitgegeven. Naast de ‘overdreven diagnose’ van voorheen psychisch gezond gedrag is de brief ook vooral kritisch over de steeds meer bepalende plaats die de DSM inneemt bij de behandeling van psychische stoornissen.
Volgens de BPS kan de DSM-V beter op de schop en men ziet liever dat geinvesteerd wordt in een samenwerking met GGZ-werkers in VS en Europa. Het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) is het eens met de inhoud van deze brief van de BPS.
Het wordt daarom hoog tijd om klinisch psychologen, psychiaters en psychotherapeuten beter met elkaar in contact te laten komen en een nieuw en beter op de huidige behoefte en wetenschappelijk onderzoek afgestemd psychodiagnostisch instrument te ontwikkelen, want dat is kennelijk volgens veel partijen hard nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten